Beleidsregels schulddienstverlening gemeente De Fryske Marren 2021

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren;

 

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

 

besluit vast te stellen de Beleidsregels schulddienstverlening gemeente De Fryske Marren 2021.

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    In de beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      Aanmelding: eerste melding bij het sociaal wijkteam om actief mee te denken met de hulpvraag.

    • b.

      Aanvraag: een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen (artikel 1:3 lid 3 Awb)

    • c.

      Betalingsregeling: een afspraak voor gespreide betaling tussen een schuldenaar en schuldeiser.

    • d.

      Budgetbeheer: alle activiteiten in het kader van het beheren van de inkomsten van een ingezetene en het verrichten van betalingen, in overeenstemming met het vastgestelde budgetplan.

    • e.

      College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Fryske Marren.

    • f.

      Crisissituatie: gedwongen woningontruiming of afsluiting van de levering van gas, water of elektriciteit.

    • g.

      Fraude: een opzettelijk handelen of nalaten waarbij misleiding wordt gebruikt om een wederrechtelijk voordeel te behalen ten koste van een bestuursorgaan.

    • h.

      Inkomen: alle van toepassing zijnde middelen als bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet.

    • i.

      Informatie en advies: het geven van informatie en advies, zonder dat er een overeenkomst wordt gesloten, om tot een duurzaam financieel evenwicht te komen

    • j.

      Minnelijk traject (MSNP): onderdeel van de schulddienstverlening. Bemiddeling tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling voor de totale schuldenlast te bewerkstelligen.

    • k.

      Nazorg: alle activiteiten, inclusief het hebben van een of meerdere contactmomenten met een natuurlijk persoon na afloop van een traject schulddienstverlening, die gericht zijn op het voorkomen van nieuwe schulden.

    • l.

      Ondernemer: een persoon die in de uitoefening van een beroep of bedrijf een onderneming voert en ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel

    • m.

      Onregelbare schulden: een schuldensituatie waarin schulden voorkomen die niet in aanmerking komen voor een schuldregeling of waarbij het door juridische procedures nog jaren duurt voordat de hoogte van de schuld duidelijk is

    • n.

      Plan van aanpak: Het plan wat na de intake en analyse samen met de inwoner wordt opgesteld en waarin de wederzijdse afspraken en de aangeboden dienstverlening wordt beschreven.

    • o.

      Problematische schuld: de situatie van een natuurlijke persoon waarbij redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, of waarin hij is opgehouden met te betalen.

    • p.

      Recidive: het opnieuw vervallen in financiële problematiek na eerder ingezette hulpverlening.

    • q.

      Schulddienstverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

    • r.

      Schuldpreventie: een mix van maatregelen, activiteiten en voorzieningen die erop gericht zijn dat inwoners financieel vaardig worden en zich zo gedragen dat zij de eigen financiën op orde houden;

    • s.

      Vroegsignalering: het in een zo vroeg mogelijk stadium in beeld brengen van mensen met financiële problemen om vroegtijdige hulpverlening mogelijk te maken door gebruik te maken van daadwerkelijke signalen en outreachende hulpverlening.

    • t.

      Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP): onderdeel van de faillissementswet waarbij de toepassing ervan wordt uitgesproken door de rechtbank en waarbij sprake is van een verplichte medewerking aan de schuldsanering onder benoeming van een bewindvoerder en onder toezicht van de rechter.

 

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet gemeentelijke schulddienstverlening (Wgs), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

Artikel 2. Doelgroep

  • 1.

    Alle inwoners van 18 jaar en ouder met een hoofdverblijf in gemeente De Fryske Marren kunnen zich aanmelden voor schulddienstverlening. Activiteiten in het kader van schuldpreventie en informatie & advies kunnen ook gericht worden aan inwoners onder 18 jaar.

 

  • 2.

    Ingezetenen zonder adres als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens kunnen het gestelde in artikel 2 lid 1 alleen als het college is aangewezen voor bijstandsverlening en bij vreemdelingen alleen als ze rechtmatig in Nederland verblijf houden in de zin van artikel 8, onder t/m e en l, van de Vreemdelingenwet 2000 en verblijven in de gemeente.

 

  • 3.

    Inwoners die ondernemer zijn en te maken hebben met privé- dan wel bedrijfsschulden, kunnen zich tot het college wenden voor informatie en advies op het gebied van schuldenproblematiek.

Artikel 3. De aanvraag Schulddienstverlening

  • 1.

    Inwoners van gemeente De Fryske Marren kunnen zich voor ondersteuning bij beginnende en problematisch schulden melden bij het college of via vroegsignalering in beeld komen. Op het moment van melding voldoet de inwoner aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente De Fryske Marren met uitzondering van artikel 2 lid 2;

    • b.

      legitimeert zich met een geldig legitimatiebewijs. Als geldig legitimatiebewijs gelden de documenten genoemd in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht;

    • c.

      beschikt over inkomen uit loondienst; eigen onderneming en/of uitkering van minimaal de toepasselijke bijstandsnorm.

 

  • 2.

    Aanvragen kunnen alleen worden ingediend op het door het college vastgestelde aanvraagformulier, voorzien van alle daarin vermelde stukken.

 

  • 3.

    Bij in gemeenschap van goederen gehuwden of geregistreerde partners kan een aanvraag schulddienstverlening alleen gezamenlijk door beide echtgenoten worden gedaan. Bij gehuwden op huwelijkse voorwaarden en/of beperkte gemeenschap moeten beide partners apart een aanvraag indienen.

 

  • 4.

    Indien er sprake is van beschermingsbewind dient de bewindvoerder mede te ondertekenen.

Artikel 4. Wacht- en doorlooptijden

  • 1.

    Binnen twee weken nadat de melding van de aanvrager is ontvangen bij het college vindt het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

 

  • 2.

    Indien er sprake is van een crisissituatie wordt er binnen twee werkdagen contact opgenomen met de aanvrager om de hulpvraag vast te stellen.

 

  • 3.

    Het college geeft de aanvrager inzicht in het aantal weken tussen het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld en het bereiken van het geformuleerde resultaat.

Artikel 5. Toekenning van schulddienstverlening

  • 1.

    De beschikking tot schulddienstverlening of de afwijzing ervan, wordt genomen binnen een termijn van 8 weken na de dag waarop het eerste gesprek, bedoeld in artikel 4, lid 1 en 2, van deze regeling heeft plaatsgevonden.

 

  • 2.

    Het college besluit of, en zo ja in welke vorm van schulddienstverlening wordt aangeboden aan de aanvrager op basis van de aanvraag;

 

  • 3.

    Alleen met schriftelijke toestemming middels een beschikking van het college kan een inwoner in aanmerking komen voor door het college van maatwerkvoorziening voor schulddienstverlening.

 

  • 4.

    De keuze van het college voor een aanbod van een vorm van schulddienstverlening wordt bepaald door diverse factoren en verschilt per individuele situatie. Factoren die hierbij een rol kunnen spelen, zijn onder andere;

    • a.

      de aard, zwaarte, regelbaarheid en/of omvang van de schuldpositie;

    • b.

      de aanwezige psychosociale problematiek van de aanvrager;

    • c.

      de motivatie van de aanvrager;

    • d.

      een eventueel eerder gebruik van een minnelijk of een wettelijk schulddienstverleningstraject;

    • e.

      de mate van zelfredzaamheid van de aanvrager en diens netwerk;

    • f.

      de aard en/of hoogte van het inkomen van de aanvrager.

 

  • 5.

    Het college kan nadere voorwaarden stellen met betrekking tot het aanbod van de schulddienstverlening aan de aanvrager.

 

  • 6.

    Een aanvrager van schulddienstverlening kan naar het oordeel van het college in aanmerking komen voor schulddienstverlening bestaande uit één of meerdere van de volgende diensten:

    • Vroegsignalering & Preventie

    • Aanmelding & Screening

    • Informatie & advies

    • Aanvraag

    • Stabilisatie

    • Duurzaam Financiële Dienstverlening

    • Budgetbeheer & budget coaching

    • Minnelijke schuldregeling

    • 100% aflossing (regeling of herfinanciering)betalingsregelingen

    • Schuldregelingen ( Schuldbemiddeling of saneringskrediet)

    • Toeleiding WSNP

    • Crisis (ontruiming of afsluiting)

    • Nazorg

 

  • 7.

    De bovengenoemde diensten worden aangeboden en uitgevoerd volgens de gedragscode, richtlijnen en modulen van de branchevereniging voor Schulddienstverlening en Sociaal bankieren (NVVK) en deze worden opgenomen in het met de aanvrager opgestelde plan van aanpak.

Artikel 6. Weigeren schulddienstverlening

Het college kan de schulddienstverlening weigeren als:

  • a.

    De aanvrager een vreemdeling is en geen ingezetene is die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van art. 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000;

  • b.

    de aanvrager niet voldoet aan de inlichtingen- en/of medewerkingsplicht die in artikel 7 uitgewerkt is;

  • c.

    tijdens de integrale intake blijkt dat aanvrager door achterliggende problematiek niet in staat kan worden geacht om zich te houden aan de voorwaarden van een schulddienstverleningstraject;

  • d.

    er sprake is van “onregelbare schulden’’, of betwiste vorderingen;

  • e.

    de aanvrager binnen twee jaar na voortijdige beëindiging van of het succesvol doorlopen van een schuldregeling/WSNP traject, gerekend vanaf de datum van de beëindigingsbeschikking een nieuwe aanvraag indient;

  • f.

    de aanvrager fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en die persoon in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd;

  • g.

    het college de noodzaak voor schulddienstverlening niet aanwezig acht;

  • h.

    de mogelijke vormen van schulddienstverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager, niet passend zijn

 

Artikel 7. Voorwaarden en verplichtingen schulddienstverlening

  • 1.

    Om de schulddienstverlening te doen slagen, is de medewerking én inzet van de aanvrager noodzakelijk. Bij geen of onvoldoende medewerking kan de aanvraag schulddienstverlening buiten behandeling worden gesteld, worden afgewezen of voortijdig worden beëindigd. Er is sprake van geen of onvoldoende medewerking als de aanvrager:

  • a.

    niet verschijnt op een oproep, nadat hersteltermijn is gegeven;

  • b.

    geen, foutieve of onvolledige informatie verstrekt of heeft verstrekt;

  • c.

    naar oordeel van het college verwijtbaar nieuwe schulden is aangegaan na de aanvraag schulddienstverlening;

  • d.

    zich na de aanvraag schulddienstverlening of gedurende de schuldregeling niet houdt aan de opgelegde voorwaarden;

  • e.

    de aanvrager niet voldoet aan de inlichtingen- en/of medewerkingsplicht;

  • f.

    niet meewerkt aan de totstandkoming van het Plan van aanpak of de overeenkomst in het kader van de schulddienstverlening;

  • g.

    niet meewerkt aan de verplichting tot begeleiding door een erkende hulpverleningsinstelling;

  • h.

    zich niet uiterst inspant om betaald werk te behouden dan wel fulltime betaald werk te verkrijgen, tenzij het college voor dit laatste een ontheffing heeft gegeven;

  • i.

    niet zoveel mogelijk afloscapaciteit creëert door het verruimen van inkomen, inzetten van beschikbaar vermogen, het minimaliseren van uitgaven en deze afloscapaciteit te gebruiken voor afbetaling van de schulden;

  • j.

    zich misdraagt ten opzichte van de medewerkers belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schulddienstverleningstraject;

  • k.

    niet meewerkt aan het volgen van een cursussen om financiële vaardigheden te vergroten als dit naar oordeel van het college nodig is voor het slagen van het schulddienstverleningstraject.

 

  • 2.

    De aanvrager is verplicht om direct en uit eigen beweging dan wel op verzoek van de gemeente alle gegevens door te geven waarvan hem duidelijk moet zijn dat deze invloed hebben op de schulddienstverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schulddienstverleningstraject.

 

  • 3.

    In het kader van de schulddienstverlening is de aanvrager verplicht om de onderstaande verzekeringen af te sluiten, de polis(sen) te overleggen en de verschuldigde premies te betalen van :

    • a.

      zorgverzekering;

    • b.

      wettelijke aansprakelijkheid (WA);

    • c.

      inboedelverzekering;

Artikel 8. Middelen en inkomen

Voor de schulddienstverlening worden middelen van de aanvrager in aanmerking genomen. Tot de middelen behoren alle vermogens- en inkomensbestanden waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Het college beoordeelt of en in hoeverre middelen bij de uitvoering van schulddienstverlening in aanmerking worden genomen, hierbij wordt aangesloten bij de werkgroep Rekenmethode VTLB (vrij te laten bedrag) van Recofa.

Artikel 9. Beëindiging van de schulddienstverlening

Het college kan overgaan tot beëindiging van de schulddienstverlening als:

  • a.

    het traject en/of plan succesvol is afgerond;

  • b.

    de cliënt niet of in onvoldoende mate de voorwaarden en verplichtingen bedoeld in artikel 7 nakomt;

  • c.

    de cliënt niet langer woonachtig is in de gemeente;

  • d.

    het college de noodzaak voor schulddienstverlening niet langer aanwezig acht;

  • e.

    de cliënt zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet gebruikt voor het aflossen van schulden;

  • f.

    de geboden schulddienstverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de cliënt, niet langer passend is;

  • g.

    de cliënt hier zelf om vraagt;

  • h.

    onjuiste gegevens door de cliënt aan de gemeente De Fryske Marren heeft verstrekt, terwijl als deze gegevens ten tijde van de besluitvorming bekend waren geweest, een ander besluit zou zijn genomen;

  • i.

    als gedurende het traject niet aan de inlichtingen- en/of medewerkingsplicht wordt voldaan;

Voordat tot beëindiging wordt besloten, wordt de aanvrager een redelijke termijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen en informatie te verstrekken, als deze medewerking en/of de te verstrekken informatie alsnog kan leiden tot een succesvolle voorzetting van de schulddienstverlening.

Artikel 10. Nazorg

Bij beëindigen van de schulddienstverlening beoordeelt het college welke vorm van nazorg wordt aangeboden aan belanghebbende ter voorkoming van nieuwe schulden.

Artikel 11. Hardheidsclausule en bijzondere omstandigheden

  • 1.

    Het college kan afwijken van deze beleidsregels in het geval dat een beslissing conform deze beleidsregels voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot het te dienen doel.

  •  

  • 2.

    In gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

  • 2.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels schulddienstverlening gemeente De Fryske Marren 2021”.

  • 3.

    De regeling “Besluit Beleidsregels Schuldhulpverlening”, zoals vastgesteld door het college op 20 januari 2015, wordt gelijktijdig ingetrokken.

Aldus vastgesteld door Burgemeester en wethouders van De Fryske Marren op 16 februari 2021.

gemeentesecretaris, burgemeester,

Ditta Cazemier Fred Veenstra

Naar boven