Gemeenteblad van De Fryske Marren
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Fryske Marren | Gemeenteblad 2021, 225693 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Fryske Marren | Gemeenteblad 2021, 225693 | beleidsregel |
Beleidsregels handhaving kinderopvang De Fryske Marren 2021
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 :1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1: 2 Toepassingsbereik
Deze beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving van de kwaliteitseisen voor kinderopvangvoorzieningen in de gemeente De Fryske Marren.
Hoofdstuk 2. Handhavingstrajecten
Artikel 2:1 Herstelmaatregelen
intrekken van de beschikking waarin toestemming tot exploitatie is gegeven én verwijdering uit het landelijk register kinderopvang. |
Artikel 2:3 Matiging of verhoging van de bestuurlijke boete
Als met 1 feitelijke gedraging 2 of meer overtredingen zijn begaan, die ook los van elkaar kunnen worden begaan, legt het college voor elke afzonderlijke overtreding een bestuurlijke boete op. De bestuurlijke boete voor de overtreding met het hoogste boetebedrag wordt helemaal opgelegd. De andere overtreding(en) wordt of worden gematigd tot 1/3de van het boetebedrag.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren op 7 juni 2021.
De gemeentesecretaris De burgemeester
mw. D.J. Cazemier dhr. F. Veenstra
In deze beleidsregels staat hoe het college handhaaft op overtredingen van de Wet kinderopvang en daarop gebaseerde regelgeving. Het college kan herstellende en bestraffende maatregelen los van elkaar of gelijktijdig opleggen. Door het prioriteren (laag, gemiddeld en hoog) van iedere overtreding geeft het college aan hoe ernstig het een overtreding vindt. Dit heeft gevolgen voor de handhaving. In het afwegingsmodel is per overtreding de prioriteit en het boetebedrag opgenomen. Het doel is kwalitatief verantwoorde kinderopvang in De Fryske Marren.
Op basis van evaluatie van de beleidsregels en wijzigingen in wet- en regelgeving worden de beleidsregels aangepast. Deze beleidsregels zijn grotendeels vormgegeven naar voorbeeld van de ‘Beleidsregels handhaving kinderopvang Den Haag 2020’, waarvan de systematiek deels is gebaseerd op het model van de VNG.
In de Wet kinderopvang zijn minimale kwaliteitseisen opgenomen. De houder en gastouder moeten hieraan voldoen. Zij zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de kinderopvangvoorziening. GGD Fryslân houdt toezicht door inspecties bij kinderopvangvoorzieningen en stelt hiervan inspectierapporten op.
Als bij een voorziening voor gastouderopvang in De Fryske Marren een overtreding is begaan en deze voorziening voor gastouderopvang is aangesloten bij een gastouderbureau dat niet is gevestigd in De Fryske Marren, kan het college een bestuurlijke boete opleggen aan dit gastouderbureau. De hoogte van de boete wordt gebaseerd op het aantal kinderen dat in de gemeente De Fryske Marren wordt opgevangen.
Omdat deze beleidsregels gericht zijn op handhaving, zijn verkort de overtredingen weergegeven in het afwegingsmodel. Voor de volledige kwaliteitseisen wordt verwezen naar de wet- en regelgeving. Per overtreding is een prioriteit en een boetebedrag vastgesteld in het afwegingsmodel. Een overtreding kan een lage, gemiddelde of hoge prioriteit hebben. Een hoog geprioriteerde overtreding vindt het college ernstig. In beginsel legt het college bestuurlijke boetes op conform de boetebedragen uit het afwegingsmodel.
De bevoegdheid van het college om te handhaven volgt uit de wet- en regelgeving, niet uit deze beleidsregels. Als de beleidsregels niet voorzien in een overtreding, kan het college hierop wel handhaven.
Het college gaat terughoudend om met deze bevoegdheid. Deze mogelijkheid ontstaat wanneer de feitelijk leidinggevende kennis heeft of had moeten hebben van de overtreding én hij het in zijn macht heeft of had moeten hebben om de overtreding te voorkomen. Zo kunnen leidinggevenden zich niet verschuilen achter rechtspersonen.
De stappen volgen elkaar op. Wanneer een stap leidt tot het gewenste resultaat, bijvoorbeeld het beëindigen van een overtreding, stopt het hersteltraject. De volgende stap wordt dan niet uitgevoerd.
Aanwijzing, last onder dwangsom en -bestuursdwang
Met een aanwijzing, een last onder dwangsom of -bestuursdwang verplicht het college de houder om binnen een gestelde termijn een herstelmaatregel te nemen. Als de houder de aanwijzing niet opvolgt, volgt een bestuurlijke boete. Wanneer een houder de last onder dwangsom niet opvolgt, moet deze een dwangsom betalen. Als de houder de last onder bestuursdwang niet opvolgt, kan het college door feitelijk handelen zelf de maatregel nemen op kosten van de overtreder.
Het verbieden van het in exploitatie houden van een kinderopvangvoorziening is een tijdelijke maatregel. Het college kan een exploitatieverbod opleggen:
Wanneer de overtreding aantoonbaar is beëindigd, geeft het college toestemming aan de houder om de exploitatie te hervatten.
Intrekken toestemming tot exploitatie
Het college kan de beschikking waarin toestemming tot exploitatie is gegeven intrekken en de kinderopvangvoorziening verwijderen uit het landelijk register kinderopvang als:
Er is sprake van illegale kinderopvang als:
Dit kan leiden tot vervolging door het Openbaar Ministerie vanwege het overtreden van de Wet op de economische delicten of tot een bestuurlijke boete van het college.
De vastgestelde hersteltermijnen zijn maximale termijnen. Het college kan de houder verplichten de maatregel per direct te nemen. Bijvoorbeeld bij een overtreding van de beroepskracht-kindratio. Om te controleren of een overtreding tijdig is beëindigd, kan het college:
Als de overtreding niet is beëindigd, volgt de volgende stap van herstelmaatregelen.
Het college legt een bestuurlijke boete op conform deze beleidsregels. De boete heeft primair een bestraffende functie. De hoogte van de boete is afhankelijk van de prioritering van een overtreding.
Het college legt geen bestuurlijke boete op wanneer er een succesvol herstelaanbod vanuit de GGD heeft plaatsgevonden. De mogelijkheid tot het opleggen van een herstelmaatregel blijft bestaan.
Een gastouder is een natuurlijk persoon die een kleinschalige kinderopvangvoorziening (gelijktijdig al naar gelang de leeftijden maximaal 6 kinderen gelijktijdig) exploiteert. Daarom zijn de boetebedragen voor gastouders gematigd tot 10% van de standaardboetebedragen. Hetzelfde geldt voor feitelijk leidinggevenden.
Wanneer bij een voorziening voor gastouderopvang een overtreding is geconstateerd, kunnen zowel de gastouder als het gastouderbureau overtreder zijn. Als de overtreding alleen aan een gastouder kan worden verweten, staat een gereduceerd boetebedrag in het afwegingsmodel.
Van een document, bijvoorbeeld het pedagogisch beleidsplan, kunnen meerdere onderdelen ontbreken. Wanneer het college beboet per onderdeel, kan de totale bestuurlijke boete nooit hoger worden dan het boetebedrag voor het totaal ontbreken van het pedagogisch beleidsplan.
Bij het opleggen van een bestuurlijke boete stemt het college de hoogte van de boete altijd af op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Daarbij houdt het college rekening met de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan. Om tot matiging over te gaan, verwacht het college een actieve houding van de overtreder. Het is belangrijk dat niet alleen gesteld wordt dat bepaalde (bijzondere) omstandigheden zich hebben voorgedaan, maar dat dit ook wordt aangetoond.
Het college gaat ervan uit dat de liquiditeit van een startende houder of een zeer kleine ondernemer dusdanig is dat het opleggen van het volledige boetebedrag de continuïteit van de onderneming in gevaar brengt. Voor gastouders geldt dit niet. Voor hen zijn de boetebedragen al gematigd.
In dit afwegingsmodel wordt verstaan onder:
HOOFDSTUK 1. KINDERCENTRA VOOR DAG- EN BUITENSCHOOLSE OPVANG
Registratie, wijzigingen en administratie
Een kindercentrum is in exploitatie zonder dat uit onderzoek is gebleken dat dit zal plaatsvinden in overeenstemming met de kwaliteitseisen. |
Voor de voorschoolse educatie wordt geen programma gebruikt. |
HOOFDSTUK 2. GASTOUDERBUREAUS EN VOORZIENINGEN VOOR GASTOUDEROPVANG
2.1 Registratie, wijzigingen en administratie
2.3 Personeel en eisen aan gastouder
2.7 Kwaliteit gastouderbureau en zorgplicht
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-225693.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.