Verordening minima De Fryske Marren 2021

De raad van de gemeente De Fryske Marren;

 

Gelezen het voorstel van het gezamenlijk college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren nummer 2012/075;

 

Dat de gemeente:

 

invulling wil geven aan een inclusieve samenleving;

 

het in dat kader het belangrijk vindt om inwoners, die als gevolg van het ontbreken van voldoende financiële middelen en daardoor belemmeringen ondervinden in hun maatschappelijke participatie, te ondersteunen en te stimuleren.

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening minima De Fryske Marren 2021

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

 

College: Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren;

 

De aanvrager: De inwoner van De Fryske Marren van 18 jaar en ouder die, als gevolg van het ontbreken van voldoende financiële middelen, belemmeringen ondervindt in de maatschappelijke participatie;

 

Specifieke doelgroep: De inwoner van De Fryske Marren van 18 jaar en ouder die tot de minima behoren

 

Maatschappelijke participatie: Deelname aan het maatschappelijk verkeer, door het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale contacten;

 

Tegemoetkoming: Een financiële bijdrage in de kosten voor maatschappelijke participatie;

 

Aanvraag: Het verzoek van de belanghebbende om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in het kader van deze verordening;

 

Inkomen: Het inkomen als omschreven in artikel 32 van de Participatiewet.

 

Vermogen: Het vermogen als omschreven in artikel 34 van de Participatiewet.

HOOFDSTUK 2. De aanspraak op een tegemoetkoming

Artikel 2. De aanspraak

  • 1.

    De aanvrager kan aanspraak maken op ondersteuning op het gebied van maatschappelijke participatie in de vorm van een tegemoetkoming indien:

    • a.

      het besteedbaar inkomen van de aanvrager ten tijde van de aanvraag netto niet meer bedraagt dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm; en

    • b.

      de aanvrager geen studiefinanciering ontvangt op grond van de Wet op de studiefinanciering 2000; en

    • c.

      het vermogen niet meer bedraagt dan 50% van het vermogen zoals bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet.

  • 2.

    Bij het bepalen van het vermogen, als bedoeld onder c, wordt het vermogen uit de eigen woning en levensverzekering buiten beschouwing gelaten.

Artikel 3. Wijze van aanvraag

De aanvraag moet via het aanvraagformulier van de gemeente worden ingediend, dit gaat via een digitaal aanvraagproces met DigiD. Op verzoek kan het aanvraagformulier in uitzonderlijke gevallen schriftelijk worden ingediend.

HOOFDSTUK 3. DE BEOORDELING

Artikel 4. Toekenningsgronden

Een tegemoetkoming kan worden toegekend voor zover deze:

  • a.

    niet op grond van een andere (wettelijke) voorliggende voorziening kan worden ontvangen; en

  • b.

    bedoeld is om de beperkingen op het gebied van maatschappelijke participatie op te heffen; en

  • c.

    op het individu is gericht.

Artikel 5. Inlichtingen, onderzoek, advies

  • 1.

    Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op een tegemoetkoming, de aanvrager:

    • a.

      op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te horen; en/of

    • b.

      zich te identificeren middels een (geldig) identiteitsbewijs.

  • 2.

    De aanvrager is verplicht die gegevens aan het college te verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag of vaststelling van de rechtmatigheid toegekende voorziening.

HOOFDSTUK 4. De verstrekking

Artikel 6. De voorzieningen

De aanvrager kan aanspraak maken op de volgende voorzieningen:

  • a.

    Een tegemoetkoming van €140,- voor maatschappelijke participatie;

  • b.

    Een jaarabonnement voor de bibliotheek;

Artikel 7. Duur van de voorziening

  • c.

    Een voorziening wordt toegekend voor de duur van 12 maanden, gerekend vanaf de datum dat de aanvraag is ontvangen.

  • d.

    De aanvrager kan eenmaal per 12 maanden in aanmerking komen voor een voorziening.

Artikel 8. Beschikking

Bij toekenning van de tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden in de beschikking opgenomen.

HOOFDSTUK 5. DE BESCHIKKING

Artikel 9. Intrekking van een beschikking

Het college kan een beschikking, op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

  • a.

    niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;

  • b.

    op grond van gegevens een besluit genomen is en gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • c.

    blijkt dat de tegemoetkoming niet is aangewend voor de maatschappelijke participatie.

Artikel 10. Terugvordering

Ingeval een beschikking is ingetrokken, kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde tegemoetkoming (geheel of gedeeltelijk) worden teruggevorderd.

HOOFDSTUK 6. SLOTBEPALINGEN

Artikel 11. Bijzondere gevallen

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing hiervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de tweede dag na publicatie, onder intrekking van de Verordening Minima De Fryske Marren 2017.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening minima De Fryske Marren 2021

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente De Fryske Marren d.d. 30 juni 2021.

De griffier, De voorzitter,

Naar boven