Gemeenteblad van De Fryske Marren
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Fryske Marren | Gemeenteblad 2022, 573533 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Fryske Marren | Gemeenteblad 2022, 573533 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DE FRYSKE MARREN 2023
De raad van de gemeente De Fryske Marren;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2022,
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste tot en met vierde en zesde lid, 2.1.4a, eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 2.1.4b, tweede lid 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikelen 3.8, tweede lid, en 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;
besluit vast te stellen de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente De Fryske Marren 2023.
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Afsprakenformulier: een samenvatting van het geheel van afspraken tussen cliënt, het sociaal wijkteam en aanbieder dat de basis vormt voor de te verlenen ondersteuning. In het afsprakenformulier staan de resultaten die de cliënt wil behalen en de activiteiten, de omvang en de frequentie van de ondersteuning die de aanbieder inzet om de resultaten te bereiken.
algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet specifiek bedoeld is voor personen met een beperking, die daadwerkelijk beschikbaar is, een passende bijdrage levert aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt tot zelfredzaamheid of participatie in staat is en die financieel kan worden gedragen met een inkomen op minimumniveau;
zorgplan: een document opgesteld door de aanbieder waarin de afspraken over huishoudelijke hulp worden vastgelegd en dat de basis vormt voor de te verlenen ondersteuning. In het zorgplan staan de activiteiten, de omvang en de frequentie van de ondersteuning die nodig zijn om het resultaat te bereiken vermeld.
2 Sociaal Wijkteam (algemene voorziening)
Het college zorgt ervoor dat er een goede sociale basis is voor inwoners in onze gemeente. Met een sociale basis bedoelen we een aanbod van veel verschillende activiteiten en/of ondersteuning. Dit aanbod is goed bereikbaar.
Artikel 3.1 Melding ondersteuningsvraag
Er wordt afgezien van een ontvangstbevestiging en onderzoek als een melding enkel bestaat uit een informatieverzoek of (vervolg)vraag die direct kan worden beantwoord of wanneer voor een adequate behandeling van de melding een gerichte doorverwijzing naar een andere organisatie of afdeling noodzakelijk is.
Artikel 3.2 Cliëntondersteuning
Het college zorgt ervoor dat inwoners een beroep kunnen doen op kosteloze onafhankelijke cliëntondersteuning, waarbij het belang van de cliënt het uitgangspunt is.
Artikel 3.4 Onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte
De volgende factoren maken in ieder geval deel uit van het onderzoek en vormen de basis van het gesprek:
de mogelijkheden om door gebruik te maken van een algemene voorziening of door het verrichten van maatschappelijk waardevolle activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of indien aan de orde door inzet van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;
de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;
Het college wint een specifiek deskundig oordeel en advies in, als het onderzoek of de beoordeling van een aanvraag dit vereist.
Artikel 3.9 Inhoud beschikking
Artikel 4.1 Algemene criteria voor maatwerkvoorzieningen
Een cliënt met psychische of psychosociale problemen en een cliënt die vanwege huiselijk geweld of om een andere reden de thuissituatie heeft verlaten, komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving, als de cliënt de problemen niet kan verminderen of wegnemen door gebruik te maken van:
Artikel 4.2 Voorwaarden en weigeringsgronden voor maatwerkvoorzieningen
Artikel 4.3 Aanvullende criteria Hulp bij het huishouden
In aanvulling op artikel 4.1 en 4.2 kan cliënt in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening Hulp bij het huishouden als hij ondersteuning nodig heeft in relatie tot één of meerdere van de volgende aspecten:
Artikel 4.4 Aanvullende criteria individuele begeleiding
In aanvulling op artikel 4.1 en 4.2 kan een cliënt in aanmerking komen voor individuele begeleiding als hij ondersteuning nodig heeft in relatie tot één of meerdere van de volgende aspecten:
Artikel 4.5 Aanvullende criteria voor dagbesteding
In aanvulling op artikel 4.1 en 4.2 kan een cliënt in aanmerking komen voor dagbesteding als hij ondersteuning nodig heeft in relatie tot één of meerdere van de volgende aspecten:
Artikel 4.6 Aanvullende criteria voor kortdurend verblijf
In aanvulling op artikel 4.1 en 4.2 kan een cliënt in aanmerking komen voor kortdurend verblijf als cliënt voldoet aan onderstaande voorwaarden:
Artikel 4.7 Aanvullende criteria voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang
De gemeente volgt het beleid van de gemeente Leeuwarden in haar rol als centrumgemeente ten aanzien van de regionale voorzieningen beschermd wonen en opvang (maatschappelijke opvang OGGZ, Verslavingszorg) zoals vastgesteld in de Verordening Wmo 2022 van de gemeente Leeuwarden, de Beleidsregels Wmo 2022 van de gemeente Leeuwarden en het Financieel Besluit Wmo 2022 van de gemeente Leeuwarden en de eventueel navolgende gewijzigde versies hiervan voor zover het veranderingen betreft die voortvloeien uit de verantwoordelijkheden zoals vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling ‘Centrumregeling Samenwerking Sociaal domein Fryslân 2022’.
Artikel 4.9 Aanvullende criteria voor woonvoorzieningen
Artikel 5.1 Regels voor een pgb
Als een cliënt in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening en de ondersteuning zelf wenst in te kopen door middel van een pgb, toetst het college of voldaan wordt aan de in artikel 2.3.6. lid 2 van de wet opgenomen voorwaarden. De cliënt dient daarvoor een budgetplan in. In het budgetplan is in elk geval opgenomen:
Artikel 5.2 Uitgangspunten voor het bepalen van de hoogte van een pgb
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en
Artikel 5.3 Vaststellen van de hoogte van een pgb
De hoogte van een pgb wordt vastgesteld voor:
1°. formele hulp: op basis van 75% van het toepasselijke tarief per uur dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder;
2°. informele hulp voor individuele begeleiding: op basis van 50% van het toepasselijke tarief per uur dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder met een maximum van € 22,67 per uur;
kortdurend verblijf (respijtzorg):
1°. formele hulp: op basis van 75% van het toepasselijke tarief per uur dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder;
2°. informele hulp: op basis van 50% van het toepasselijke tarief per uur dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, waarbij de bijdrage wordt verleend als een onkostenvergoeding zoals bedoeld in artikel 2ab van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015;
vervoer van en naar de dagbesteding of kortdurend verblijf: op basis van 100% van het toepasselijke tarief dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, uitgaande van de dichtst bij de woning van de cliënt gelegen geschikte locatie en rekening houdende met eventuele beperkingen die het reizen met bepaalde vormen van het openbaar vervoer door de cliënt belemmeren.
Artikel 6.1 Financiële tegemoetkoming
De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor:
verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt maximaal € 2.749 vastgesteld op basis van de laagste kostprijs van de verhuizing die hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente contracteerde verhuizer en rekening houdende met de keuze van de cliënt om al dan niet gebruik te maken van een erkende verhuizer;
het bezoekbaar maken van een woning bedraagt maximaal € 2.749 vastgesteld op basis van de laagste kostprijs van de noodzakelijke aanpassingen die hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aannemer en rekening houdende met de keuze van de cliënt om al dan niet gebruik te maken van een erkende aannemer tot een maximum van € 2.749
Uitgangspunt bij de vaststelling van de meerwaarde van de woning zijn de waarden op basis van de taxatie voor de Wet Onroerende Zaakbelasting (WOZ) van voor en na de woningaanpassing. Het terug te vorderen bedrag is niet hoger dan het verschil tussen de taxatiewaarde van voor de woningaanpassing en de taxatiewaarde bij verkoop van de woning.
Artikel 7.1 Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen
Voor algemene voorzieningen zonder dat er sprake is van een duurzame hulpverleningsrelatie (inclusief lichte ondersteuning door het sociaal wijkteam) wordt geen eigen bijdrage opgelegd.
Artikel 7.2 Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en pgb’s
De bijdragen voor maatwerkvoorzieningen of pgb’ s zijn gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste het bedrag dat wordt genoemd in artikel 2.1.4 a vierde lid van de wet voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4a, vijfde lid van de wet of hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
8 Voorkomen en bestrijden misbruik
Artikel 8.1 Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen en misbruik of oneigenlijk gebruik
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het derde lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb of de in eigendom of bruikleen verstrekte voorziening innemen.
Artikel 8.2 Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale Verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e van de wet.
Artikel 9.1 Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Onverminderd de bestuursrechtelijke en civielrechtelijke handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op naleving van deze eisen door periodieke overleggen met de aanbieders, een jaarlijks cliëntervaringsonderoek en het zo nodig in overleg met de cliënt ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen.
Artikel 9.2 Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden
Artikel 9.3 Meldingsregeling calamiteiten en geweld
Aanbieders melden iedere calamiteit en ieder geweldsincident dat zich heeft voorgedaan bij de verstrekking van een voorziening onmiddellijk aan de toezichthoudend ambtenaar, onverminderd de verantwoordelijkheid van de aanbieder om passende maatregelen te treffen ter zake van de melding en het voorkomen van meldingen in de toekomst.
10 Waardering mantelzorgers, financiële tegemoetkoming meerkosten en beleidsparticipatie
Artikel 10.1 Jaarlijkse waardering mantelzorgers
Het college bepaalt bij nadere regeling waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat.
Artikel 10.2 Financiële tegemoetkoming meerkosten
Het college kan in overeenstemming met het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, op aanvraag aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.
Artikel 10.3 Betrekken van inwoners bij het beleid
Het college stelt inwoners, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffend, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 11.2 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen in het voordeel van de cliënt afwijken van de bepalingen in deze verordening als door toepassing ervan de cliënt duidelijk onrecht wordt aangedaan.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en door het college vastgestelde bedragen verhogen of verlagen. Het college kan per voorziening bepalen welke prijsindex hierbij wordt gehanteerd.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt minimaal eenmaal in de vier jaar geëvalueerd. Het college zendt hiertoe een verslag aan de gemeenteraad over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente De Fryske Marren 2023 treedt in werking op 1 januari 2023, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening maatschappelijke ondersteuning De Fryske Marren welke is vastgesteld door de raad van de gemeente De Fryske Marren op 26 februari 2020.
Aanvragen die zijn ingediend onder de Verordening maatschappelijke ondersteuning De Fryske Marren (vastgesteld door de raad van gemeente De Fryske Marren op 26 februari 2020) en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld conform deze nieuwe verordening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-573533.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.