Gemeenteblad van De Fryske Marren
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Fryske Marren | Gemeenteblad 2023, 194840 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Fryske Marren | Gemeenteblad 2023, 194840 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels Jeugdhulp De Fryske Marren 2023
Deze nadere regels zijn een uitwerking van de Verordening Jeugdhulp De Fryske Marren 2023. De Verordening en deze nadere regels zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormen de basis van de wijze waarop de gemeente De Fryske Marren de jeugdhulp uitvoert.
In de nadere regels wordt de volgorde van de verordening aangehouden en wordt verwezen naar de toepasselijke artikelen van de verordening.
Op basis van artikel 4.2 lid 10 uit de verordening
Het moment waarop het besluit wordt genomen, hangt af van de situatie:
Als het Sociaal Wijkteam en de jeugdige en/of de ouders het niet eens zijn over de inzet van specialistische jeugdhulp: binnen 5 werkdagen nadat het Sociaal Wijkteam het ondersteuningsplan met de handtekening van de jeugdige en/of de ouders heeft ontvangen. Er volgt dan een besluit om de individuele voorziening niet toe te kennen (een weigeringsbesluit).
Artikel 3 Extra voorwaarden voor toekennen van specialistische jeugdhulp
Op basis van artikel 4.3 lid 3 uit de verordening
Artikel 4 Doelgroep van dyslexiezorg
Op basis van artikel 4.4 lid 3 uit de verordening
Een jeugdige heeft recht op behandeling van ernstige dyslexie als voldaan is aan deze 4 voorwaarden:
De basisschool heeft de jeugdige begeleidt, maar de begeleiding is niet genoeg. De basisschool alle stappen gezet die nodig zijn volgens de landelijke protocollen. Het gaat om het ‘Protocollen Leesproblemen en Dyslexie’ en de ‘Leidraad Ernstige Dyslexie: doorverwijzing van onderwijs naar zorg 3.0’. Ook heeft de basisschool voldaan aan de landelijke voorwaarden voor vergoede dyslexiezorg.
Artikel 5 Extra regels voor het pgb
Op basis van artikel 5.1 lid 3 uit de verordening
In deze gevallen beoordeelt de professional op basis van de individuele situatie of een pgb kan worden toegekend.
Aldus besloten in de collegevergadering van 25 april 2023,
burgemeester en wethouders van De Fryske Marren,
Toelichting bij de nadere regels bij de Verordening Jeugdhulp De Fryske Marren 2023
We kiezen ervoor voorlopig geen nadere regels te maken op basis van de volgende artikelen in de verordening:
Hieronder vindt u de nadere regels die we wel maken op basis van de overige artikelen.
Artikel 1 Regelmatig onderzoek
De toekenning van specialistische jeugdhulp heeft geen einddatum. Daarom is het logisch om af en toe te beoordelen of de specialistische jeugdhulp nog nodig is. Het Sociaal Wijkteam voert deze onderzoeken uit voor het college.
In dit lid staan 2 situaties waarin het Sociaal Wijkteam een nieuwe beoordeling doet. De hulpvraag is in deze situaties erg veranderd. We hebben dat niet verder uitgelegd in de nadere regels. Het gaat om zo’n grote verandering dat een aanpassing van het besluit en de resultaten nodig is. Een voorbeeld is de situatie waarin een administratieve aanpassing van de zorgtoewijzing niet meer mogelijk is. Daarbij wordt gekeken naar het administratieprotocol.
Ons uitgangspunt is om samen tot een besluit te komen over de inzet van een individuele voorziening. Samen met de jeugdige en/of de ouders, met de professional van het Sociaal Wijkteam en met de aanbieder van jeugdhulp. In het ondersteuningsplan staat alle informatie die nodig is om een goed besluit te nemen. In dit artikel van de nadere regels staat hoe we tot een besluit komen. Ook leest u over het moment waarop het besluit wordt genomen.
De inhoud van het besluit is beperkt. Daarmee voorkomen we dat er privacygevoelige informatie in de administratie met besluiten terechtkomt. Met dit lid regelen we ook dat er soms geen besluit wordt genomen. Dat is het geval als de inzet van specialistische jeugdhulp niet gewenst is. De jeugdige en/of de ouders en de professional hebben dit dan samen besproken.
Is het niet mogelijk om gewenste resultaten op te nemen in het besluit? Dan staat in het besluit bij welke hulpvraag de individuele voorziening helpt.
De individuele voorziening in natura geldt meestal voor onbepaalde tijd. Dit betekent dat we vooraf geen einddatum noemen. De aanbieder geeft hulp zo lang als dat nodig is om de gewenste resultaten te bereiken. Vinden zowel de aanbieder als de jeugdige en/of de ouders dat de hulp niet meer nodig is? Dan laat de aanbieder dat aan de gemeente weten met een stop-zorgbericht. Dat is de einddatum van het besluit.
Het systeem met stop-zorgberichten van aanbieder bestaat niet voor het pgb. Daarom staat in het besluit over een pgb altijd wel hoe lang het besluit geldig is. Anders zou het besluit eindeloos geldig zijn. Het Sociaal Wijkteam bepaalt hoe lang het besluit geldig moet zijn (bijvoorbeeld 1 of meer jaar). Dat bepaalt het Sociaal Wijkteam in goed overleg met de jeugdige en/of de ouders. Blijft het besluit langer dan 1 jaar geldig? Dan maakt het Sociaal Wijkteam afspraken over evaluaties. Tijdens een evaluatie bepaalt het Sociaal Wijkteam of de hulp nog steeds nodig en passend is. Dat doet het Sociaal Wijkteam samen met de jeugdige en/of de ouders.
Denken de jeugdige en/of de ouders en de professional van het Sociaal Wijkteam verschillend over de inzet van specialistische jeugdhulp? En staan ze niet allebei achter de inhoud van het ondersteuningsplan? Dan wordt het ondersteuningsplan een aanvraag voor een individuele voorziening. De jeugdige en/of de ouders vullen het ondersteuningsplan in en zetten hun handtekening. Het Sociaal Wijkteam neemt een besluit bij deze aanvraag. Meestal is dat een weigeringsbesluit: een besluit om de individuele voorziening niet toe te kennen.
In deze situaties komt er een verzoek tot zorgtoewijzing bij de gemeente binnen. Dit gebeurt na verwijzing door een huisarts, jeugdarts, medisch specialist, aanbieder van dyslexiezorg of een landelijke aanbieder. De gemeente kent de individuele voorziening dan toe via een JW301-bericht. Hiermee neemt het college een besluit over de inzet van specialistische jeugdhulp.
‘Beschikking’ is een term vanuit de Algemene wet bestuursrecht. Een beschikking is een brief over een individueel besluit. De gemeente stuurt alleen een beschikking op in de 3 genoemde situaties. Het ondersteuningsplan heeft namelijk al een uitgebreide onderbouwing en motivatie om jeugdhulp in te zetten. De jeugdige en/of de ouders kunnen in het ondersteuningsplan aangeven dat zij een beschikking willen ontvangen.
Artikel 3 Extra voorwaarden voor toekennen van specialistische jeugdhulp
Met deze nadere regel wordt duidelijk hoe we beoordelen wat we van ouders mogen verwachten. Bij jeugdigen met een (chronische) ziekte, stoornis of beperking is het normaal dat ouders zo veel mogelijk de dagelijkse zorg geven. Ook als dat meer is dan gemiddeld bij gezonde kinderen van dezelfde leeftijd. Dit is een belangrijk uitgangspunt. Want ook bij gezonde kinderen verschilt de dagelijkse zorg. Het ene kind ontwikkelt zich nu eenmaal anders dan het andere kind.
De 4 vragen volgen uit een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Het college hoeft geen voorziening toe te kennen als er genoeg ‘eigen kracht’ is bij de ouders. Ze hebben dan genoeg eigen mogelijkheden en probleemoplossend vermogen om de hulp te geven die nodig is. Ze kunnen zelf een oplossing vinden voor de hulpvraag. Eventueel met andere personen uit hun sociale netwerk. Het college moet goed onderzoeken of de ouders genoeg ‘eigen kracht’ hebben. De 4 vragen in de nadere regels helpen daarbij.
Artikel 4 Doelgroep van dyslexiezorg
Deze doelgroep is gelijk aan de doelgroep die we nu in de praktijk hebben. Ook is de doelgroep gelijk aan de doelgroep volgens professionele (landelijke) normen.
Het onderwijs is ervoor verantwoordelijk om jeugdigen met dyslexie te herkennen en te begeleiden. Binnen de scholen zijn er afspraken over de ondersteuning bij dyslexie die op school mogelijk is. Blijkt die ondersteuning niet genoeg? Dan kan een school doorverwijzen om te bepalen of de jeugdige ernstige dyslexie heeft.
De aanbieder van dyslexiezorg is ervoor verantwoordelijk om de ernstige dyslexie te vast te stellen en te behandelen. De aanbieder gebruikt hierbij het ‘Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling 3.0’. Het Nederlands Kwaliteitsinstituut heeft dit protocol gemaakt.
Artikel 5 Extra regels voor het pgb
De ‘Checklist 10 punten pgb-vaardigheid’ is een zelftoets. Dit betekent dat de jeugdige en/of de ouders de checklist eerst zelf invullen. Op basis van de antwoorden bepaalt het Sociaal Wijkteam of de jeugdige en/of de ouders voldoende pgb-vaardigheid hebben. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de checklist samen met de belangenvereniging PerSaldo gemaakt. De handleiding erbij heet ‘Handreiking voor toetsing (minimale) pgb-vaardigheid’.
In de checklist worden de volgende 10 vaardigheden benoemd:
Communiceren met de gemeente, zorgverzekeraar of zorgkantoor, de SVB en zorgverleners. De beheerder moet zelfstandig en zelfverzekerd kunnen communiceren met andere partijen. Als er iets verandert, moet de beheerder dat zelf aangeven. Uit de verantwoordelijkheid vloeit ook voort dat de budgetbeheerder verantwoordelijk is voor het tijdig aanvragen van verlengingen, wijzigingen of de overgang naar andere wetgeving. De budgetbeheerder is bijvoorbeeld verantwoordelijk om tijdig actie te ondernemen op het moment dat de hulp nog nodig is na het 18e levensjaar.
Als de jeugdige of ouders zelf niet beschikken over de benodigde vaardigheden om het Pgb te beheren, kan in een aantal situaties toch een Pgb worden verstrekt. Zo kan bijvoorbeeld iemand uit het netwerk of een wettelijk vertegenwoordiger deze rol op zich nemen. Ook kan het zo zijn dat ouders worden gecompenseerd of ondersteund om te beschikken over de vaardigheden. In deze gevallen beoordeelt het SWT op basis van de individuele situatie of een Pgb toegekend kan worden. Daarbij zijn naast de hierboven genoemde vereisten ook de volgende criteria van belang:
Er mag geen sprake zijn van een onwenselijke vermenging van rollen, daarmee wordt bedoeld dat het beheer en de uitvoering van het Pgb door dezelfde persoon worden gedaan. Slechts in uitzonderingssituaties is het toegestaan dat het beheer van het Pgb en het uitvoeren van de ondersteuning door één en dezelfde persoon wordt gedaan. De uitzondering is alleen van toepassing bij een informeel Pgb, voor professionele organisaties is deze uitzondering niet mogelijk. Er moet worden gemotiveerd waarom het niet mogelijk is om deze rollen te scheiden. Criteria waarin aan de dubbelrol in ieder geval getoetst wordt zijn:
Bewindvoerders zijn wettelijk vertegenwoordigers die kunnen ondersteunen bij met name de financiële en administratieve kant van het Pgb. Als de budgethouder wil dat zijn bewindvoerder het volledige budgetbeheer (dus naast de financiële ook de zorginhoudelijke kant) op zich neemt en de bewindvoerder daarmee akkoord gaat, dan zijn daartegen geen bezwaren. Het is echter geen eis dat een cliënt met een bewindvoerder het volledige budgetbeheer aan zijn bewindvoerder laat. Uit de Jeugdwet volgt dat gedeeltelijke vertegenwoordiging mogelijk moet kunnen zijn.
Mentoren zijn wettelijk vertegenwoordigers die taken en beslissingen met betrekking tot verzorging, behandeling, begeleiding en verpleging en dus niet-vermogensrechtelijke handelingen overnemen van betrokkenen. Ook wanneer er sprake is van een Pgb. De mentor vervult geen financiële en administratieve rol. Daarom is een mentor alleen toegestaan als Pgb beheerder als deze aangeeft betrokken te willen zijn bij de financiële en administratieve kanten van de zorg.
Er zijn omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het beheer van een Pgb. In het bepalen of ouders of een jeugdige een Pgb kunnen beheren wordt in ieder geval rekening gehouden met deze omstandigheden. Het beheer van een Pgb wordt in ieder geval geweigerd als blijkt dat op basis van de omstandigheden het Pgb daadwerkelijk niet beheerd kan worden. Het zich voordoen van een van de hieronder genoemde omstandigheden is op zichzelf geen reden om het beheer van een Pgb te weigeren, hoewel het wel een contra-indicatie is: schuldenproblematiek, verslavingsproblematiek, aangetoonde fraude minder dan 4 jaar geleden, er eerder misbruik is gemaakt van het Pgb, sterke vergeetachtigheid/verstandelijke beperking/psychische stoornis, analfabeet of digibeet zijn, het leiden van een zwervend bestaan of handelingsonbekwaamheid.
We gebruiken een vast format om het budgetplan te beoordelen. In het format geven de jeugdige en/of de ouders meer uitleg over:
Die uitleg geven ze door een aantal vragen te beantwoorden. Het gaat onder andere om de vragen in artikel 5.1 lid 2. Daarnaast geven de jeugdigen en/of ouders in het in het budgetplan aan op welke wijze de eisen genoemd in artikel 5.3 van de verordening worden ingevuld.
De professional medewerker van het Sociaal Wijkteam toetst of het budgetplan voldoet aan de in artikel 5.1 lid 2 bovenstaande eisen. Er moet gewaarborgd zijn dat de maatwerkvoorziening die cliënt met het pgb inkoopt, veilig, doeltreffend en cliëntgericht wordt verstrekt. De kwaliteit van de voorziening moet voldoen aan de dezelfde kwaliteitseisen die worden genoemd in artikel 9.1 van de Verordening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-194840.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.