Verordening op de gemeentelijke rekenkamer De Fryske Marren

De raad van de gemeente De Fryske Marren;

 

Gezien het advies d.d. 11 mei 2020 van de begeleidingscommissie aan het fractievoorzittersoverleg;

 

Gelet op artikel 81a t/m 81k en artikel 184 t/m 185 van de Gemeentewet;

 

Besluit vast te stellen de Verordening op de gemeentelijke rekenkamer:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    raad: gemeenteraad van De Fryske Marren;

  • e.

    rekenkamer: de rekenkamer van gemeente De Fryske Marren.

 

Artikel 2 Rekenkamer

1. Er is een rekenkamer die door de raad is ingesteld.

2. De rekenkamer wordt gevormd door een voorzitter en twee leden.

 

Artikel 3 Taak van de rekenkamer

  • 1.

    De rekenkamer voert onderzoek uit naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur.

  • 2.

    Een onderzoek naar de rechtmatigheid bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de wet.

  • 3.

    De rekenkamer kan op verzoek van de raad of een derde een onderzoek instellen. Binnen een maand na verzoek bericht de rekenkamer beargumenteerd of het verzoek wordt ingewilligd.

 

Artikel 4 Begeleidingscommissie

  • 1.

    Het fractievoorzittersoverleg, of een door de fractievoorzitters aangewezen delegatie daaruit, is begeleidingscommissie voor de rekenkamer.

  • 2.

    Ten aanzien van de rekenkamer heeft de begeleidingscommissie als taak het onderhouden van de contacten van de raad met de rekenkamer.

 

Artikel 5 Benoeming leden rekenkamer

  • 1.

    De begeleidingscommissie is tevens selectiecommissie voor het werven van nieuwe kandidaten en stelt een voordracht op voor de raad.

  • 2.

    De begeleidingscommissie kan profielschetsen voor te benoemen leden van de rekenkamer opstellen.

  • 3.

    De raad benoemt de voorzitter en de leden van de rekenkamer voor de duur van 6 jaar op voordracht van de selectiecommissie, genoemd onder lid 1.

  • 4.

    De selectiecommissie doet de voordracht vergezeld gaan van een verklaring van elke kandidaat bevattende:

  • a.

    de mededeling dat de kandidaat een benoeming als lid zal aanvaarden, en

  • b.

    een overzicht van de openbare betrekkingen die de kandidaat bekleedt.

  • 5.

    Door de te benoemen personen wordt een verklaring omtrent het gedrag aan de raad vertrekt.

  • 6.

    Alvorens hun functie uit te kunnen oefenen, leggen de leden van de rekenkamer in de vergadering van de raad, in handen van de voorzitter, de in artikel 81g van de Wet bedoelde eed af.

 

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De leden van de rekenkamer kunnen door de raad worden ontslagen of op non-activiteit worden gesteld.

  • 2.

    Het fractievoorzittersoverleg adviseert de raad over ontslag of over op non-activiteit zetten, of het opheffen of verlengen daarvan.

 

Artikel 7 Budget

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van dit budget worden gebracht:

  • a.

    de vergoedingen aan de rekenkamereden en de voorzitter;

  • b.

    de loonsom van de secretaris;

  • c.

    de kosten van het inhuren van externe deskundigheid;

  • d.

    overige onderzoekskosten, die de rekenkamer nodig acht voor de taakuitvoering.

  • 3.

    De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorige begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, derde lid van de wet.

 

Artikel 8 Vergoeding werkzaamheden

  • 1.

    De leden van de Rekenkamer ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden.

  • a.

    De vergoeding bedraagt per vergadering van de rekenkamer voor de leden van de rekenkamer tweemaal het bedrag dat op basis van het Rechtspositiebesluit Raads- en commissieleden door Minister van BZK jaarlijks wordt vastgesteld voor commissieleden van een gemeente met 50.000-100.000 inwoners.

  • b.

    De voorzitter van de rekenkamer ontvangt op basis van lid 2 van dit artikel driemaal dit bedrag.

  • c.

    Deze vergoedingen gelden tot een maximum van 12 vergaderingen per begrotingsjaar.

  • d.

    Daarnaast hebben de leden van de rekenkamer recht op een vergoeding van reis- en verblijfkosten, zoals die ook geldt voor de ambtelijke organisatie van De Fryske Marren.

  • 2.

    Indien de rekenkamer besluit één of meer van zijn leden te belasten met de uitvoering van onderzoekswerkzaamheden, ontvangen deze leden een vergoeding van €85,- per onderzoeksuur.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid genoemde vergoedingen komen ten laste van het in het eerste lid van artikel 7 bedoelde budget.

 

Artikel 9 Werkwijze en bevoegdheden.

  • 1.

    Overeenkomstig de artikelen 182 tot en met 184 van de wet voert de rekenkamer haar werkzaamheden uit.

  • 2.

    Conform artikel 182 van de wet bepaalt de rekenkamer zelf naar welke onderwerpen zij een onderzoek wil verrichten en informeert de raad daar van te voren over.

  • 3.

    De rekenkamer stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en werkzaamheden vast en zendt deze na vaststelling ter kennisneming aan de raad.

 

Artikel 10 Rapportage en terugkoppeling van onderzoeken

  • 1.

    De rekenkamer stelt de onderzochte partij(en) schriftelijk op de hoogte van het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport.

  • 2.

    De rekenkamer stelt de onderzochte partij in de gelegenheid om binnen vier weken schriftelijk te reageren op het conceptonderzoeksrapport en, indien van toepassing, de conceptaanbevelingen.

  • 3.

    Na ontvangst van de reactie(s) sluit de rekenkamer haar onderzoek af en stelt een definitief rapport op waarin de bevindingen, conclusies en, indien van toepassing, aanbevelingen, evenals de reacties hierop zijn opgenomen.

 

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke rekenkamer De Fryske Marren.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2020.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 juni 2020.

Griffier Voorzitter

Heleen van Dijk-Beekman Fred Veenstra

Naar boven