Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden gemeente De Fryske Marren 2020

De raad van de gemeente De Fryske Marren,

 

gelezen het voorstel van het Fractievoorzittersoverleg van mei 2020;

 

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en [de] artikel[en] [3.1.1, vijfde lid,] 3.1.3, eerste lid, [3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2] en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

besluit: vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1. Definitiebepalingen:

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

 

Artikel 2. Toelage raadslid onderzoekscommissie

  • 1.

    Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van €120 per maand.

 

Artikel 3. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed:

  • a.

    de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

  • b.

    bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer fiscaal onbelast kan worden verstrekt.

  • 2.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van zijn functie, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed.

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.

  • 5.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeente-bestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

 

Artikel 4. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij het fractievoorzittersoverleg.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    Het fractievoorzittersoverleg beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

 

Artikel 5. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

  • 1.

    Een raadslid wordt eenmaal per jaar een bedrag toegekend ter hoogte van het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden voor één maand, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarmee het raadslid voorzieningen kan treffen ter zake van arbeidson¬geschiktheid, ouderdom en overlijden.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een raadslid dat is benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, op grond van artikel X12 van de Kieswet.

 

Artikel 6. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie een tabletcomputer met mobiele internetfaciliteit ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde tabletcomputer met inbegrip van mobiele internetfaciliteit in bij de gemeente.

 

Artikel 7. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

 

Artikel 8. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

  • a.

    betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur, of;

  • b.

    betaling via voorschot uit eigen middelen.

  • 1.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 2.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 60 dagen na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 3.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

 

Artikel 9. Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie raads- en commissieleden en wethouders gemeente De Friese Meren 2015 wordt ingetrokken.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze Verordening kan worden aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente De Fryske Marren 2020.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente De Fryske Marren, 10 juni 2020.

Griffier, Voorzitter,

Heleen van Dijk-Beekman Fred Veenstra

Naar boven